De familie Rosius beleefde een dag om nooit meer te vergeten in Parijs. In het Stade de France liep Rani Rosius naar een halve finale. Misschien wel onverhoopt, nadat ze kampte met een overbelasting van de achillespezen. Na haar fantastische race kwamen de emoties los bij de familie. Haar coach Johan Baerts en kinesist Lorenzo Lopez y Lopez waren niet verrast. Volgens hen kan Rani nog sneller.

De Belgische sprinters Delphine Nkansa en Rani Rosius hebben de Olympische Spelen in Parijs met een knal geopend. Beide atletes wisten zich met persoonlijke records te plaatsen voor de halve finales van de 100 meter. Voor Rosius was het een bijzondere prestatie. Ze zette een indrukwekkende tijd neer van 11"10, wat 0"08 sneller is dan haar vorige persoonlijke record. Hoewel ze even leek aanspraak te maken op de derde plaats, moest ze uiteindelijk de Duitse concurrente voor laten gaan. Desondanks was haar record voldoende om door te stoten naar de halve finales. Nkansa zette een even indrukwekkende prestatie neer, waardoor België in beide halve finales vertegenwoordigd zal zijn op de 100 meter. Met deze dubbele doorbraak op de 100 meter, hopen de Belgische atleten hun sterke vorm voort te zetten en de nationale trots hoog te houden op de Olympische Spelen. Het succes van Rosius en Nkansa staat in schril contrast met het lot van Jochem Vermeulen en Ruben Verheyden, die op de 1.500 meter genoegen moeten nemen met de herkansingen.

Morgen beginnen de Olympische Spelen ook voor Rani Rosius. De Genkse spurtbom komt 's ochtends in actie in de reeksen van de 100m. Volgende week neemt ze deel aan de 4x100m. Ook voor de 24-jarige Rosius zijn het de eerste Spelen. De voorbereiding was verre van ideaal. Zo kampt ze met ontstoken achillespezen door overbelasting en dat zorgt toch voor wat vraagtekens. Haar coach Johan Baerts mag het atletendorp voorlopig niet binnen, maar daar probeert het BOIC alsnog een mouw aan te passen. "Het is een moeilijke situatie, want we hebben hier samen aan gewerkt", aldus Rani Rosius.