1 op de 5 bestuurders weet nog altijd niet hoe ze moeten ritsen
Eén op de vijf Belgische bestuurders weet nog altijd niet hoe er moet geritst worden. En dat leidt tot irritatie. In Vlaanderen stoort 84% van de bestuurders zich aan foutief ritsen.
Uit de enquête van Vias Institute blijkt dat 5 jaar na de invoering van het ritsprincipe een grote meerderheid al gehoord heeft van het principe. Bij 97% van de Belgische bestuurders doet ritsen een belletje rinkelen. Bijna alle Vlamingen kennen het principe (99%), maar ook in Wallonië (94%) en Brussel (96%) is bijna elke bestuurder met het principe vertrouwd.
Niet altijd juist toegepast
81% van de bestuurders kan exact uitleggen wat het principe inhoudt. Dit wil dus zeggen dat 5 jaar na de invoering van het ritsprincipe in de wegcode bijna 1 op de 5 bestuurders nog steeds niet weet hoe er correct geritst moet worden.
In Vlaanderen (86%) is de exacte toepassing van de regel wel redelijk goed gekend, maar in Wallonië (73%) en Brussel (74%) weten veel bestuurders toch niet hoe ze dit principe moeten toepassen. 19% van de Waalse bestuurders en 21% van de Brusselse bestuurders denkt zelfs dat wanneer een weg gaat versmallen je zo snel mogelijk moet invoegen op de rijstrook waar je rechtdoor kan blijven rijden. Bijna 4 op de 10 Belgische bestuurders ziet elke dag hoe andere bestuurders op een foutieve manier ritsen. 80% raakt hierdoor geïrriteerd. In Vlaanderen (84%) storen bestuurders zich meer dan in Wallonië (72%) en Brussel (74%).
Vooral in Vlaanderen en Brussel wordt dit als efficiënt systeem gezien
88% van de bestuurders is vandaag voorstander van het systeem. De meerderheid is dus overtuigd. 81% van de bestuurders vindt ritsen efficiënt. In Wallonië stellen ze zich echter meer vragen bij de doeltreffendheid van het systeem (slechts 72% vindt het efficiënt) dan in Vlaanderen (85%) en Brussel (85%).
7 procent ritst nooit
Correct ritsen zorgt ervoor dat de wegcapaciteit beter benut wordt en dat de doorstroming vlotter kan verlopen. Als iedereen dit hoffelijkheidsprincipe toepast, is er ook minder irritatie en wrevel in het verkeer. 37% van de bestuurders zegt dagelijks te ritsen, in Brussel is dat zelfs 47%. 32% pas het wekelijks toe. Ritsen is dus iets wat frequent voorkomt in ons verkeer. Slechts 7% ritst nooit. Of dat uit pure tegenkanting is of omdat ze nooit in een situatie terechtkomen waar er geritst zou kunnen worden, is niet geweten.
Hoe werkt het precies?
Het ritsprincipe is, bij sterk vertraagd verkeer, verplicht op plaatsen waar er een rijstrook wordt onderbroken (op alle wegen waar er ten minste twee rijstroken zijn in dezelfde rijrichting). De bestuurder moet op zijn rijstrook blijven rijden tot aan de versmalling om vervolgens in te voegen in de aangrenzende rijstrook waar het verkeer zich verderzet. De bestuurders die zich reeds op deze rijstrook bevinden moeten beurtelings een bestuurder laten invoegen. Het ritsprincipe is een algemene regel die nageleefd moet worden, zonder dat er signalisatie nodig is. Als je niet correct ritst, is dat een overtreding van de eerste graad. Je kan daarvoor een boete krijgen van 58 euro.
Wie begint?
De bestuurder die op de vrije rijstrook rijdt, moet als eerste een bestuurder laten invoegen. Vervolgens doet de bestuurder die achter hem rijdt op de vrije strook op zijn beurt hetzelfde. Moet iedereen deze regel volgen? Ja, het principe geldt voor alle bestuurders, ongeacht het type voertuig. Dat betekent dus ook voor motors, vrachtwagens, bestelwagens,… Moet je ook ritsen als je de autosnelweg oprijdt? Nee, wanneer men de autosnelweg oprijdt, moet er altijd voorrang verleend worden aan de bestuurders die zich reeds op de autosnelweg bevinden. De borden (in dit geval "geef voorrang") primeren altijd boven de algemene regels, zelfs bij sterk vertraagd verkeer.