Mobiliteit en Verkeer

Gezinnen willen dat fietsveiligheid dé prioriteit wordt in elke gemeente

Het is voor gezinnen duidelijk: infrastructuur voor fietsers en voetgangers moet dé topprioriteit zijn voor het nieuwe gemeentebestuur. Er is wel een hoge tevredenheid over het aanbod in de gemeente, zoals scholen, sportinfrastructuur en bibliotheken. Maar het is de weg naar die voorzieningen waar men wakker van ligt. Dat leert de nieuwste Gezinsbarometer ons. De Gezinsbond bevroeg een representatief staal van 1.011 gezinnen met kinderen tussen 0 en 18 jaar naar hun houding tegenover hun lokaal bestuur, en wat de prioriteiten moeten zijn de komende 6 jaar.

49% van de gezinnen plaatst een verbetering van de weginfrastructuur voor fietsers en voetgangers in hun top drie van beleidsprioriteiten voor hun gemeente. Slechts 37% is tevreden over de fietsinfrastructuur in de gemeente, en 36% over de voetpaden. Ook de tevredenheid met het openbaar vervoer (39%) en het aanbod deelmobiliteit (29%) scoren onder de lat. Hier zien we een opmerkelijk verschil tussen woonplaatsen. In het centrum van de stad of gemeente zijn de respondenten meer tevreden over mobiliteit dan op het platteland. Opvallend is dat meer dan de helft van de gezinnen dan weer wel tevreden is over de weginfrastructuur voor de auto (51,8%).

Hoe kan de gemeente beter scoren op mobiliteit?
Er is een grote inhaalbeweging nodig op vlak van fiets- en voetgangersinfrastructuur in Vlaanderen. In het bijzonder buiten de stad.

"Betere fiets- en voetgangersinfrastructuur is voor gezinnen prioriteit nummer één voor hun gemeentebestuur de komende legislatuur. De kindnorm kan hier een antwoord op bieden. Het beleid moet rekening houden met wat een kind maximaal aankan en minimaal nodig heeft. Kortom, wat veilig is voor kinderen, is veilig voor iedereen. Wij zijn heel tevreden dat de kindnorm het uitgangspunt voor mobiliteit is in het nieuw Vlaams regeerakkoord. Dat is al jaren de basis van onze standpunten. Maar ook het gemeentebestuur kan hier al mee aan de slag", zegt Jeroen Sleurs, algemeen directeur van de Gezinsbond.

Routes en openbaar vervoer aanpakken
Om die kindnorm te realiseren stelt de Gezinsbond de route-aanpak voor (een route is maar zo veilig als het onveiligste punt). Zwarte punten aanpakken is nuttig, maar maakt een route zelden meteen veilig. Die aanpak vraagt ook om samenwerking tussen gemeentes onderling en met het Gewest. Tot slot voelen gezinnen die aangewezen zijn op het openbaar vervoer zich wat vergeten. Uit een vorige Gezinsbarometer bleek bovendien dat de meest recente aanpassingen aan het aanbod niet overal positief onthaald werden. Er zijn duidelijk grote inspanningen nodig om die kar te keren.

"Openbaar vervoer moet kunnen voorzien in ieders mobiliteitsnoden. Dat kan door een uitgebouwd, hoogfrequent openbaar vervoer tussen stedelijke gebieden en een goede ontsluiting van landelijke gebieden. Zo krijg je een solidair mobiliteitsverhaal", besluit Sleurs.

Over het onderzoek
De Gezinsbarometer wordt uitgevoerd door onderzoeksbureau Indiville en is gebaseerd op een representatief onderzoek bij meer dan 1.000 Vlaamse gezinnen met inwonend(e) kind(eren) tussen 0 en 18 jaar. De resultaten zijn gewogen naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Alle interviews werden online afgenomen via een gesloten toevalssteekproef uit het Bpact Panel, waarbij enkel personen met een persoonlijke code geldig konden deelnemen aan het onderzoek.