12/01/2022 - 09:46 Bijna 9 op 10 Limburgse werknemers rekent op de auto om minstens een deel van de verplaatsing tussen woonst en werk af te leggen, 6 op 10 rekent zelfs exclusief op de wagen. Dat blijkt uit de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van hr-dienstenbedrijf Acerta die de mobiliteitsgewoontes van 330.000 Belgische werknemers in kaart brengt, waaronder 39.000 in Limburg. Voor het tweede jaar op rij heeft het coronavirus zijn stempel gedrukt op onze maatschappij, en dus ook op de manier waarop we werken: door het telewerk pendelden we in 2021 minder naar kantoor. Maar aan ‘Koning Auto’ heeft de crisis niet geraakt. Integendeel. Als Limburgse werknemers vorig jaar naar de werkvloer gingen, gebeurde dat in bijna negen op de tien gevallen (88,4 %) minstens deels met de wagen. 60,4 % van werknemers in Limburg koos zelfs altijd voor de auto. Van de Limburgse bedienden heeft ondertussen 22,2 % een bedrijfs-/salariswagen. “Het aantal bedrijfswagens op onze wegen blijft stijgen. Het illustreert dat zo’n wagen van het werk voor ondernemingen een sterke troef is en blijft om personeel aan te trekken, zeker in de krappe arbeidsmarkt”, vertelt Gert Mertens, kantoordirecteur Limburg van Acerta. “Ondernemingen zullen er hoog blijven op inzetten omdat nog geen enkel alternatief even hoog gewaardeerd wordt door werknemers. Het is zelfs zo: hoe krapper de arbeidsmarkt, hoe sterker de positie van de bedrijfswagen. Aangezien de bedrijfswagen duurzamer moet worden, gaan we met het plan om de fiscale voordelen van bedrijfswagens met een brandstofmotor af te bouwen, de goede kant uit. Als ook het hybride werken – een combinatie van werk op kantoor en thuis – na corona standhoudt en werknemers minder pendelkilometers afleggen, boeken we dubbele winst.” Combinatie auto en fiets In het succes van de auto is er ook plaats voor de fiets. Van alle provincies is Limburg de provincie waar de fiets het vaakst wordt gecombineerd met de auto: 27 % van de Limburgers kiest daarvoor. Het maakt de combinatie van auto en fiets de op een na populairste keuze voor woon-werkverplaatsingen. Voor ruim 1 op 3 Limburgse werknemers (36 %) is de fiets een optie om minstens een deel van het woon-werktraject af te leggen. Het percentage dat exclusief voor de fiets kiest, blijft evenwel beperkt tot 8 % en dat is flink lager dan het Vlaamse gemiddelde van 17,3 %. Het aantal toegekende fietsvergoedingen bleef in 2021 stabiel ten opzichte van het jaar voordien. Hybride bedrijfswagen Een andere evolutie waar de mobiliteitsbarometer voorzichtig de eerste signalen van opvangt, is de vergroening van het bedrijfswagenpark. Het gros van de bedienden met een bedrijfswagen heeft nog een diesel (67,1 %), maar dat aandeel is met meer dan 7 procentpunten gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Dat komt omdat vooral de hybride wagen terrein wint: van 2,5 % naar 5,7 % op één jaar tijd. Elektrische bedrijfswagens maken op dit moment slechts 1,4 % uit van het wagenpark, maar Acerta verwacht dat die categorie door de veranderende fiscaliteit sterk aan belang zal winnen de komende jaren. Openbaar vervoer speelt nagenoeg geen rol Het openbaar vervoer speelt nagenoeg geen rol in het woon-werkverkeer van de Limburgers. Steeds minder mensen nemen trein, tram of bus om naar het werk te pendelen. Het percentage Limburgse werknemers dat het openbaar vervoer opneemt in zijn mobiliteitskeuze is maar 4,7 %. Zo goed als niemand rekent exclusief op trein, tram of bus voor de verplaatsing naar het werk. Nog een laatste cijfer uit de mobiliteitsbarometer: de Limburgse werknemer woont gemiddeld 23 kilometer van zijn werk. Elk jaar blijkt de gemiddelde afstand tot het werk in België licht te stijgen. Hoe het vele thuiswerk die afstand verder zal beïnvloeden in de toekomst, zal de komende jaren moeten blijken.