Zelfstandige artsen vragen uitzondering voor registratie van telewerk
Om het risico op besmettingen met Covid-19 te beperken, moeten werknemers die kunnen telewerken dat ook doen. Werkgevers zijn verplicht om elke maand te registreren hoeveel personeelsleden onmogelijk kunnen telewerken. De Belgische Vereniging van ArtsenSyndicaten (BVAS) vraagt dat voor zelfstandige artsen, die ook tot de werkgevers worden gerekend, een uitzondering wordt gemaakt. Ze zijn nu al zwaar overbelast, en de registratie kost alleen nog maar meer tijd.
In een brief aan de vicepremiers Frank Vandenbroucke (Sociale Zaken) en Pierre-Yves Dermagne (Economie en Werk) kaart BVAS het probleem aan. Werkgevers zijn vanaf vandaag, 1 april 2021, verplicht om maandelijks te registreren hoeveel van hun werknemers een functie hebben die onmogelijk via telewerk uitgevoerd kan worden. Tot de werkgevers worden ook de zelfstandige zorgverstrekkers gerekend.
In de brief wijst BVAS op het disproportioneel karakter van de maatregel: "Wij vinden het onbegrijpelijk dat de artsenpraktijken voor bepaalde personeelscategorieën moeten registreren dat deze niet kunnen telewerken, aangezien ze in de frontlinie staan bij de strijd tegen het coronavirus."
De artsen zijn al overwerkt en overbevraagd. Dat daar nu nog een extra administratieve last bijkomt, wordt te veel. "Op het moment dat de door de Covid-19-pandemie al zwaar overbelaste huisartsen ook nog de prioritering voor de vaccinatie van de risicopatiënten tussen 18 tot 64 jaar over zich heen krijgen, hen dan bovendien nog gevraagd wordt om tijd te investeren in de registratie van werknemers met een functie die ‘niet telewerkbaar’ is, is een te vermijden administratieve belasting," klinkt het. "BVAS vraagt dan ook met aandrang om een uitzondering te voorzien voor alle zorgverleners, en zeker ook de (huis)artsen en hun zorg- en ondersteunend (logistiek, poets, …) personeel."